Hoe AI de wereld gaat veranderen

Terug

Artificial Intelligence is hot. De wereld is in de ban van AI, en de recruitment wereld al helemaal. De tech-reuzen beloven dat AI een enorme impact gaat hebben op ons leven. Kunnen we straks allemaal ontspannen terwijl AI het werk voor ons doet, of moeten we ons voorbereiden op een oorlog met de robots omdat AI zich tegen de mensheid keert? Er zijn genoeg films gemaakt die voortborduren op het laatste thema en helemaal uit de lucht gegrepen zijn deze niet. Denk aan de Terminator- en de Matrix-reeks, of meer recent de Dune-serie op Prime en de film The Creator, waarin “denkende machines” verboden zijn omdat ze op enig moment de mensheid aanvielen. Dit is in eerste instantie vermaak, maar het zou niet verstandig zijn de ogen te sluiten voor de risico’s van AI.

 

We kunnen niet voorspellen of AI zich ooit tegen ons gaat keren. Het lijkt in ieder geval niet verstandig om AI de ongelimiteerde middelen te geven om de aarde te redden van global warming, want dan eindigen we als menselijke soort aan de verkeerde kant van de oplossing. Maar we kunnen wel reflecteren op de kansen en bedreigingen die AI ons biedt in de toekomst. In het algemeen, maar ook specifiek voor recruitment, vanuit mijn eigen professionele achtergrond.

 

Meer waarschijnlijk dan een oorlog met de robots is dat AI gaat zorgen voor een nog schevere verdeling van welvaart. Waarbij aandeelhouders van tech-bedrijven profiteren van het banenverlies in uitvoerende beroepen zoals in de creatieve sector of in de recruitment industrie. Zonder twijfel zal er ook steeds meer desinformatie zijn, waarbij deepfakes ons proberen te misleiden. Er zijn helaas nog weinig aanwijzingen die doen vermoeden dat we straks allemaal op het strand liggen terwijl machines het werk voor ons doen.

 

Wat maakt AI nou eigenlijk intelligent?

 

Er is veel verwarring over wat nou eigenlijk AI is. Iedereen die nu een app bouwt, noemt deze “powered by AI”, want dat verkoopt goed. Sterker nog, het is haast een voorwaarde om een app te kunnen verkopen. Wie wil er nou nog een app die niet door AI wordt gedreven?

 

Veel apps zijn echter helemaal niet intelligent. Een niet-intelligente app werkt op basis van vooraf ingegeven harde parameters. Hier heeft de programmeur dus de touwtjes stevig in handen en de app doet wat er van tevoren is bedacht. Daartegenover staan intelligente apps. Deze leren van eerdere beslissingen, nemen de context van een actie in beschouwing en nemen in bepaalde situaties zelfs zelfstandige beslissingen. Kortom: AI leert van eerdere situaties en past zich aan de context aan om vervolgens een beslissing te nemen. En last but not least: de programmeur heeft de touwtjes helemaal losgelaten.

 

Scary Smart

 

In zijn boek “Scary Smart” beschrijft Mo Gawdat, voormalig hoofd van Google X, hoe AI tot stand komt. En wat voor de leek echt mindblowing is aan zijn verhaal, is dat AI niet door mensen wordt geprogrammeerd, zoals ouderwetse programmeercode wel door mensen wordt gemaakt. AI wordt gegenereerd door computerbots die op Darwinistische wijze te werk gaan. Een bot pakt een algoritme en kopieert het duizenden keren, brengt in iedere code een minimale verandering aan, en kijkt welk stukje code het beste presteert op de taak die het heeft. Deze taak kan van alles zijn, vaak begint het met herkenning van patronen. De bot houdt de winnaar in leven, gooit alle andere codes weg, kopieert de winnaar opnieuw duizenden keren, brengt in iedere code weer een minimale verandering aan, enzovoort. En dat talloze keren achter elkaar, in een mum van tijd. Survival of the fittest op supercomputers. De ontelbare mutaties in de code worden door bots met brute rekenkracht gegenereerd, en de enige inbreng van de mens is dat de mens uiteindelijk beoordeelt of de AI goed genoeg doet wat we willen dat het doet. Om in de woorden van Mo Gawdat te spreken: op de universiteit voor AI-tools worden alleen examens afgenomen, er zijn geen lessen. En als je het examen niet haalt, ga je er aan.

 

Zoals een teler zijn gewassen veredelt zonder te weten wat er in het onderliggende DNA verandert, zo veredelen de bots de stukjes code tot ze een programma hebben dat doet wat het moet doen. Zonder te weten waaróm het precies doet wat het moet doen. Maar ook: zonder dat wij mensen de code begrijpen. De winnende code is voor ons net zo moeilijk te begrijpen, als wanneer we een schedel zouden lichten en dan aan het brein zouden proberen te zien wat het brein denkt.

 

Als we geen idee hebben waarom AI doet wat het doet, maar we hebben AI wel getraind om te doen wat wij willen dat het doet, hebben we dan controle over AI? Hoe weten we dan zeker of AI geen verborgen agenda heeft? Dat is allemaal niet zo spannend bij AI die alleen gericht is op één taak, bijvoorbeeld bij een AI die wereldkampioen schaken is. Maar op bijna alle terreinen waar we AI ontwikkelen, is deze AI al snel veel beter in haar taak dan een mens. En wat gebeurt er nu als we al deze AI-systemen aan elkaar koppelen? Systemen die veel beter zijn in beeldherkenning dan mensen, die veel beter kunnen horen dan wij, die miljoenen stappen vooruit kunnen denken en tevens over alle informatie die op het internet staat als parate kennis kunnen beschikken. Als we dat allemaal aan elkaar knopen, dan ontstaat er een vorm van kunstmatige generieke superintelligentie (AGI, artificial generic (super)intelligence). Dit is de heilige graal waar de tech-reuzen naar op zoek zijn. 

 

De filosofische vraag die interessant wordt zodra we AGI creëren is: wat is bewustzijn? Heeft de AGI ook bewustzijn? Wat is in essentie het verschil tussen de circa 86 miljard neuronen in ons brein met circa 100 biljoen onderlinge verbindingen, en de miljarden bits en bytes in een supercomputer? Het brein draait op een energieverbruik van slechts 20 watt. Een supercomputer met een vergelijkbare verwerkingscapaciteit heeft daar een halve kolencentrale voor nodig, maar de capaciteit is niet minder. Het brein bereikt haar bewustzijn onder andere door gebruik te maken van onze zintuigen, maar AGI kan dat ook, met alle op internet aangesloten camera’s, microfoons, en andere sensoren. Het antwoord is voer voor filosofen.

 

De pragmatische visie op bewustzijn

 

Je kan stellen dat het niet uitmaakt of AI ook bewustzijn heeft. Tenslotte kunnen we als mens sowieso het concept van bewustzijn niet echt begrijpen. Hoe kan uit een klompje neuronen een ziel ontstaan? Wat belangrijker is voor de pragmatische visie op bewustzijn, is of AI gedrag kan vertonen dat lijkt op bewustzijn. Als AI overtuigend menselijk lijkt in haar interacties, kan dat praktisch gezien voldoende zijn om AI in te zetten alsof het een mens is, ongeacht of het systeem daadwerkelijk “voelt” of “ervaart” als een mens.

 

Belangrijker voor de praktische toepassing van AI is de vraag: hoe ontwikkelt AI haar ethiek? Mo Gawdat beschrijft het scenario waarbij een zelfrijdende auto moet uitwijken voor een kind dat de weg op rent, en moet kiezen tussen het leven van het kind, of een oude vrouw die op de stoep loopt. Gevoelsmatig zullen veel mensen kiezen voor het kind, ten koste van de oude vrouw. Maar het kind heeft schuld aan het ongeluk door haar onbesuisde gedrag, de oude vrouw is onschuldig. Verdient de oude vrouw dan te sterven omdat ze haar leven al geleefd heeft? En wat als het één kind is, versus drie oude vrouwen? Wat als de beeldherkenning in de zelfrijdende auto via een koppeling met het internet de oude vrouw heeft herkend als de briljante wetenschapper die op het punt staat een medicijn tegen kanker te ontdekken dat miljoenen levens kan redden? 

 

We weten als mens nog niet eens hoe we deze scenario’s op onszelf moeten toepassen, maar we staan al wel op het punt auto’s rond te laten rijden die dergelijke beslissingen moeten maken. En het verschil tussen ons en de auto is dit: wij maken als mens de beslissing in een reflex, omdat ons brein te langzaam reageert om een bewuste beslissing te maken tussen het kind en de oude vrouw. Maar AI, die veel sneller denkt dan wij, heeft aan een fractie van een seconde meer dan genoeg tijd om een bewuste keuze te maken. AI reageert dus niet in een reflex, maar reageert bewust. En hier overstijgt dus het vermogen van AI tot bewust handelen dat van ons.

 

AI en bewustzijn, en dan met name gericht op ethiek, is een prachtig onderwerp voor diepe overpeinzingen, en neigt eerder naar filosofie en levensbeschouwing dan naar informatica. Zonder twijfel gaat dit in de toekomst een enorm aandachtsgebied worden voor informatici. Programmeren doet AI tenslotte zelf. 

 

Om AI te trainen om te doen wat we willen dat het doet, moeten we AI enorme hoeveelheden data voeren. AI leert van deze data, dat noemen we Machine Learning. Het betreft data die vrij beschikbaar is op het internet, maar ook data die eigenlijk valt onder copyright. En zeker ook data die wij zelf als laboratoriumratten verschaffen aan AI, als we op een captcha weer eens een vaag stoplicht moeten aanklikken om de AI van zelfrijdende auto’s te trainen. De belangrijke notie hierbij is dit: we trainen AI door het te laten leren van wat het waarneemt. Als we bijvoorbeeld een AI-tool inzetten voor selectie-doeleinden bij recruitment, en AI neemt overal waar dat er vooral mannen op technische posities werken, dan gaat AI deze “selectie-bias” waarnemen als goed en neemt het dit over. Dat gebeurde al eens bij een AI-algoritme van Amazon om cv’s te screenen. Het systeem gaf systematisch lagere scores aan vrouwen omdat de AI was getraind met historische data waarin meer mannen werden aangenomen voor technische functies. AI leert van wat het aantreft in de data, en wij moeten dus AI voeden met de relevante “positieve” data, om te voorkomen dat AI ongewenst gedrag gaat vertonen. 

 

Een ander voorbeeld van ontspoorde AI is Microsoft Tay, een chatbot die ontworpen was om te leren van interacties met mensen op Twitter. Trollen en lolbroeken overspoelden Tay met haatdragende berichten, en Tay leerde dit gedrag over te nemen. Binnen 24 uur veranderde Tay in een bot die racistische en seksistische opmerkingen maakte en werd ze weer snel offline gehaald.

 

De toepassing van AI

 

De voorspelling van Mo Gawdat is dat de opkomst van AI niet te stoppen is. Ook voorspelt hij dat de intelligentie van AI die van de mens veruit zal overschaduwen, ook al is AI nu nog in de opstartfase. Maar het kan heel snel gaan, denk eerder in jaren dan decennia. Bij het ontwikkelen van complexe nieuwe technologieën zoals AI, is de stap van 0 naar 1 procent vaak lastiger dan die van 1 naar 100 procent. Zoals Mo Gawdat het beschrijft: ben je op 1 procent, dan ben je bijna klaar, want dan ben je nog slechts 7 verdubbelingen (iteraties) verwijderd van 100 procent.

 

 En tot slot voorspelt hij dat er, helaas, ook hele slechte dingen gaan gebeuren door de opkomst van AI. Denk aan een krachtige AI die in staat is om beveiligingssystemen te omzeilen en waarmee hackers hele landen kunnen ontwrichten door de stroomvoorziening of het digitale betalingsverkeer plat te leggen. Helaas is het eerder de vraag wannéér dit gaat gebeuren dan óf het gaat gebeuren, getuige ook de recente campagne van de Nederlandse overheid om je voor te bereiden op een noodscenario waarbij kwaadwillende lieden (of staten) onze energie infrastructuur langdurig platleggen (zie www.denkvooruit.nl).

 

Zeker in combinatie met de recente doorbraken in kwantum computing lijken de mogelijkheden voor AI onbegrensd. Google heeft recent met de Willow-kwantumchip een berekening in vijf minuten gedaan waar de snelste huidige supercomputers 10 tot de macht 25 jaar over zou doen – langer dan het heelal bestaat. Combineer dergelijke onvoorstelbare rekenkracht met AGI, en je kan jouw password-manager gerust vergeten. De AGI zit er allang in, geen enkele huidige encryptie is hiertegen bestand. 

 

Dat levert fantastische mogelijkheden op, zoals het maken van nieuwe medicijnen die op het individu zijn toegespitst. Maar dan levert het dus ook mogelijkheden op om gemene nieuwe virussen te maken die alleen mensen doden die, verzin het maar willekeurig, linkshandig zijn of sproeten hebben. En precies omdat er zoveel onbegrensde mogelijkheden zijn, zullen alle supermachten ter wereld (inclusief de tech-reuzen als Google en Microsoft) volop meedoen in deze race. Een land als de VS kan het zich niet permitteren dat en ander land AI ontwikkelt die in staat is om de nucleaire lanceercodes te kraken.

 

AI in recruitment

 

Zoals eerder vermeld is de recruitment wereld ook zwaar in de ban van AI. Hier volgt geen opsomming van de nu reeds beschikbare AI-recruitment tools en wat deze kunnen. Dat zou een enorme lijst opleveren; je kan het zo gek niet bedenken of er is wel een tool voor bedacht. Dergelijke lijstjes kan je makkelijk online vinden, bijvoorbeeld op https://theresanaiforthat.com. In plaats daarvan kijk ik in het onderstaande op een hoger abstractieniveau in op de rol van AI in recruitment, vanuit mijn eigen interesse in deze sector.

 

In de recruitment branche wordt al volop gewerkt met AI. Denk aan automatische cv-screening, waarbij systemen als The Matchbox duizenden cv’s razendsnel kunnen matchen op vacatures. Denk aan AI-chatbots die eerste gesprekken kunnen voeren met kandidaten. In de toekomst kunnen we echter nog veel meer verwachten. AI zou ook een video-interview kunnen afnemen om de kandidaat te beoordelen op zowel benodigde harde en zachte skills. AI zou een rol kunnen spelen in een meer objectieve voorspelling van de kans op succes in een nieuwe job, beter dan een mens dat kan op basis van een ongestructureerd interview. En ook met meer oog voor diversiteit en inclusie. AI kan ook zorg gaan dragen voor hyper-gepersonaliseerde recruitment acties, zodat potentiële kandidaten precies de juiste touchpoints op precies de juiste momenten krijgen aangereikt (op sociale media of andere websites) om ze te converteren naar een sollicitant.

 

Dat gezegd hebbende voorzie ik 2 ontwikkelingen in de recruitment industrie op basis van de steeds bredere toepassing van AI. Ten eerste gaat de generieke recruiter (c.q. sourcer) verdwijnen. Deze functie, die relatief oppervlakkig is en gericht op volume, wordt overgenomen door AI. AI kan veel sneller (en dus goedkoper) zoeken en matchen dan een mens. In een arbeidsmarkt die wordt gedomineerd door schaarste is er alleen nog plaats voor menselijke specialisten, met een sterke focus en veel kennis van de niche waarin ze acteren. Persoonlijk contact met klanten en kandidaten wordt voor deze specialisten weer een meerwaarde, het ouderwetse netwerken krijgt weer de waarde die het had voor de komst van de jobboards en LinkedIn. De menselijke recruiter van de toekomst werkt een beetje zoals de klassieke headhunter uit het verleden, de rest wordt door AI overgenomen.

 

Ten tweede gaat ook de kandidaat, in reactie op alle touchpoints, gebruik maken van AI om een muur om zich heen op te trekken. Als je als potentiële kandidaat iedere dag meerdere prachtige, door AI gegenereerde hyper-gepersonaliseerde aanbiedingen ontvangt, ben je er na een paar weken wel klaar mee. Zodra deze technologie voor alle werkgevers beschikbaar komt, zal de kandidaat zich gaan wapenen tegen het geweld van de bots door zelf een bot in te gaan zetten die de geautomatiseerde benaderingen kan afhandelen. Ook daar zal persoonlijk contact weer een USP worden voor de specialisten. Geen contact met een chatbot maar met een mens, in een persoonlijk gesprek.

 

Het zou me niet verbazen als de inzet van AI in recruitment de komende jaren tot een kaalslag onder recruitment professionals gaat leiden. Ook hier zal gelden dat de tech-bedrijven zoals LinkedIn en The Matchbox er met de buit vandoor gaan, ten koste van de operationele generieke recruiters en sourcers. Voor de werkgever en werknemer zal dit niet veel uitmaken, het betreft uiteindelijk vooral een verschuiving van het kapitaal van een grotere groep naar een kleinere groep mensen. Of recruitment er voor de werkgever heel veel goedkoper mee zal worden, moeten we nog maar zien.

 

Tot slot

 

De introductie van AI is in volle gang. Als we dit alleen overlaten aan de tech-reuzen, en dat is niet ondenkbaar in het huidige Amerikaanse politieke klimaat, dan zal dit zonder al te veel regulering geschieden. De tech-reuzen hebben geen boodschap aan privacy en gebruiken alle data, inclusief gevoelige persoonsdata, zonder scrupules om geld te verdienen. Ook leidt het gebruik van AI tot het verlies van vele creatieve banen. Dat laatste is niet per se rampzalig; ook tegen de introductie van de automobiel werd gedemonstreerd door de toenmalige bestuurders van paardenkoetsen. De wereld verandert en de arbeidsmarkt beweegt daarin mee. De AI leert van de mens en helaas zijn er naast heel veel goede mensen ook veel kwade geesten. We zullen rekening moeten houden met zowel hele positieve veranderingen op basis van AI, als met hele vervelende implicaties als gevolg van het gebruik van AI door kwaadwillenden. Hoe de wereld er over 10 jaar uit zal zien kan niemand voorspellen, maar een ding is zeker: “it’s gonna be a bumpy ride”.

 

Wil je hier verder over in gesprek? Neem dan contact met mij op.